Het aanlichten van wanden en plafonds maakt ruimtes lichter en ruimtelijker.
Eigendom, gebruik en functie van de ruimte moet duidelijk zijn (bijvoorbeeld door bordjes, al dan niet bij deuren). Eventuele gedragsnormen en strafmaatregelen kunnen kenbaar worden gemaakt.
Ruimtes kunnen (selectief) afsluitbaar zijn, waar nodig. Hoofdtoegangsdeur en compartimenten: afsluitbaar met sleutels met certificaat. Ruimten met waardevolle objecten moeten een inbraakwerendheid van minstens vijf minuten hebben. Vermijd mogelijke ‘verstopplekken’ voor pakketjes, afval of ongewenste activiteiten. Maatvoering en uitvoering van het vloeroppervlak moet worden afgestemd op het onderhoudsmaterieel.
De akoestiek moet passen bij het gebruik van de ruimte, zonodig kunnen akoestische maatregelen worden genomen. Enige mate van overdimensionering van de ruimte voor flexibel gebruik is wenselijk. Ondergrondse ruimten moeten zo licht en ruim mogelijk zijn. Eventueel kan muziek of natuurgeluid in te stille ruimten worden toegepast.
Reacties (0)